Call to duty

Als werkgever verwacht je van je werknemers dat zij op tijd beginnen met hun werkzaamheden. Maar mag je ook van je werknemers verlangen dat zij voor de start van hun dienst eerder aanwezig zijn, zonder dat zij daarvoor worden betaald? Deze vraag kwam aan bod in een zaak bij het Gerechtshof Den Haag, waarin op 2 mei jongstleden uitspraak is gedaan.[1]

In de procedure bij het Gerechtshof Den Haag speelde het volgende. De werknemer was in dienst van een callcenter. In zijn arbeidsovereenkomst had de werknemer ingestemd met de zogenaamde ‘planningsregels’, waarin stond vermeld dat het de bedoeling was dat werknemers direct kunnen starten met bellen zodra hun dienst begint. Om dat te kunnen garanderen was het de bedoeling dat werknemers zich altijd tien minuten voor aanvang van hun dienst hij hun supervisor zouden melden. De werknemer beargumenteert dat deze tien minuten arbeidstijd zijn en als zodanig moeten worden beloond. Het callcenter verweert zich hiertegen door te stellen dat werknemers in de tien minuten voor aanvang van hun dienst nog niet opgeroepen kunnen worden om werkzaamheden te verrichten, geen instructies krijgen en niet ter beschikking staan van het callcenter. Daarnaast stelt het callcenter dat zij er geen consequenties aan verbindt wanneer werknemers zich later dan tien minuten voor aanvang voor hun dienst bij hun supervisor melden.

Het Gerechtshof verwerpt de verweren van het callcenter. De planningsregels zijn in gebiedende wijs geformuleerd. Werknemers dienen zich tien minuten voor aanvang voor hun dienst te melden bij hun supervisor en het callcenter verwacht dit ook daadwerkelijk van hen. Dat het callcenter dit niet controleert en geen sancties verbindt aan het niet nakomen van de regel, doet hier niet aan af. Ook verwerpt het Gerechtshof het verweer dat werknemers gedurende de tien minuten voorafgaand aan hun dienst geen werkzaamheden hoeven te verrichten en geen instructies krijgen. Werknemers zijn immers verplicht het computersysteem op te starten en te ontgrendelen, meerdere computerprogramma’s te openen en in te loggen in hun telefoon. Zonder deze handelingen te verrichten kunnen de werknemers namelijk niet direct bij aanvang van hun dienst beginnen met bellen. Op grond hiervan oordeelt het Gerechtshof dat de werknemer gedurende de tien minuten voor aanvang van zijn dienst beperkt is in zijn mogelijkheden om zijn tijd aan eigen zaken te besteden. Deze tijd dient daarom te worden aangemerkt als arbeidstijd en als zodanig worden uitbetaald.

Wanneer je als werkgever je werknemers dus verplicht eerder dan het aanvangstijdstip van hun dienst aanwezig te zijn en de werknemers in die tijd beperkt zijn in de mogelijkheden om hun tijd aan eigen zaken te besteden, zal je hen daar ook voor moeten betalen.


[1] Hof Den Haag 2 mei 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:738.

Geef een antwoord