Met de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans per 1 januari 2020 zijn er een aantal veranderingen doorgevoerd, zie hiervoor ook mijn eerdere blog. Een van die veranderingen is de introductie van een nieuwe ontslaggrond: de cumulatiegrond, ofwel de i-grond. Deze i-grond vereist dat er sprake is van twee of meer ontslaggronden (c tot en met h) die zodanig zijn dat in redelijkheid niet verlangd kan worden van de werkgever om de werknemer nog langer in dienst te houden. Je mag dus meerdere gronden bij elkaar optellen om tot een voldragen ontslaggrond te komen.

De kantonrechter Alkmaar gaf op 17 februari 2020 de eerste beschikking af waarbij een oordeel werd gegeven over de i-grond. Een werknemer was al sinds 1973 bij de werkgever in dienst. De werknemer zou negatief en onacceptabel gedrag hebben vertoond. Van dit gedrag was een aantekening gemaakt in zijn personeelsdossier. Later is de werknemer twee keer per brief erop gewezen dat hij opnieuw onacceptabel gedrag vertoonde. Indien hij niet zou stoppen met het vertonen van dit gedrag, zou de arbeidsovereenkomst beëindigd kunnen worden. Ook is er een gesprek met de werknemer gevoerd, omdat hij steken had laten vallen bij de uitvoering van zijn werk. Er waren zelfs verdenkingen van sabotage, maar de werkgever had dit niet tot op de bodem laten uitzoeken. Voor de werkgever was de maat vol en hij wilde de arbeidsovereenkomst ontbinden op de d-, e-, g- en de nieuwe i-grond.

De kantonrechter oordeelde dat er niet genoeg bewijs was aangeleverd door de werkgever om de arbeidsovereenkomst van de werknemer op basis van de d-, e- of g-grond te ontbinden. Over de i-grond zei de kantonrechter het volgende: de cumulatiegrond is bedoeld voor die gevallen waarin voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van de werkgever gevergd kan worden, waarbij de werkgever dat niet kan baseren op omstandigheden uit één enkelvoudige ontslaggrond, maar dit wel kan motiveren en onderbouwen met omstandigheden uit meerdere ontslaggronden samen. De werkgever heeft nagelaten de i-grond afzonderlijk toe te lichten. De kantonrechter achtte het niet zijn taak om de ontslaggronden die zijn aangevoerd te gaan verzamelen en vervolgens zelfstandig te beoordelen of dat voldoende is voor een voldragen i-grond. Daar kwam nog bij dat geen een van de ontslaggronden voldragen was, laat staan bijna voldragen. Ook het beroep door de werkgever op de i-grond werd dus afgewezen.

De conclusie voor nu is dat een ontslag dat (mede) gebaseerd is op de i-grond goed gemotiveerd en onderbouwd moet zijn.

Sandy Gadellaa

Geef een antwoord